Primatologen bestuderen onder andere de sociale interactie tussen mensapen. Ze merken daarbij op dat het gedrag van apen opvallend veel gelijkenissen vertoont met dat van mensen in een gemiddelde werkomgeving, schrijft The Wall Street Journal.
Werknemers schrijven vaak erg lange e-mails naar hun baas, die hen dan, met vertraging, een kort antwoordje terugzendt. Deze asymmetrie in zowel lengte als antwoordtijd correleert in grote mate met dominantie. Hetzelfde mechanisme vinden primatologen terug in chimpanseegemeenschappen.
Ondergeschikte groepsleden verzorgen lang en op eigen initiatief de vacht van de dominante groepsleden. Wanneer die ondergeschikten op hun beurt om verzorging vragen, moeten ze zich tevreden stellen met een korte behandeling, meestal pas na herhaaldelijk aandringen.
Over dit boeiende onderwerp schreef Dario Maestripieri, die gedragsbiologie doceert aan de Universiteit van Chicago, het boek Games Primates Play. Daarin worden nog meer voorbeelden opgesomd die de gelijkenis tussen aap en mens illustreren.
Net zoals bavianen, nemen dominante personen op de werkvloer vaak een positie in de werkruimte in, die hen toelaat het overzicht te behouden over de anderen (bavianen kunnen zo sneller aankomende luipaarden opmerken). Ze zijn ook minder attent tijdens hun gesprekken met ondergeschikten en zijn gewoonlijk de eersten om de ruimte te verlaten. Maestripieri legt uit hoe apen – net als mensen – de neiging hebben om zich beter voor te doen dan ze in werkelijkheid zijn, wanneer ze weten dat de schijnwerpers op hen gericht staan, om daarna privé soms erg bot en jaloers uit de hoek te komen.
Deze Italiaans-Amerikaanse wetenschapper paste zijn observaties toe op de peer review-praktijken binnen de academische wereld. De naam van de auteur is bij zo'n evaluatie altijd bekend, maar de reviewers blijven anoniem. Dat om te vermijden dat wetenschappers elkaar goede kritieken zouden retourneren ('Jij bent lief voor mij, dus zal ik lief voor jou zijn').
Werknemers schrijven vaak erg lange e-mails naar hun baas, die hen dan, met vertraging, een kort antwoordje terugzendt. Deze asymmetrie in zowel lengte als antwoordtijd correleert in grote mate met dominantie. Hetzelfde mechanisme vinden primatologen terug in chimpanseegemeenschappen.
Ondergeschikte groepsleden verzorgen lang en op eigen initiatief de vacht van de dominante groepsleden. Wanneer die ondergeschikten op hun beurt om verzorging vragen, moeten ze zich tevreden stellen met een korte behandeling, meestal pas na herhaaldelijk aandringen.
Over dit boeiende onderwerp schreef Dario Maestripieri, die gedragsbiologie doceert aan de Universiteit van Chicago, het boek Games Primates Play. Daarin worden nog meer voorbeelden opgesomd die de gelijkenis tussen aap en mens illustreren.
Net zoals bavianen, nemen dominante personen op de werkvloer vaak een positie in de werkruimte in, die hen toelaat het overzicht te behouden over de anderen (bavianen kunnen zo sneller aankomende luipaarden opmerken). Ze zijn ook minder attent tijdens hun gesprekken met ondergeschikten en zijn gewoonlijk de eersten om de ruimte te verlaten. Maestripieri legt uit hoe apen – net als mensen – de neiging hebben om zich beter voor te doen dan ze in werkelijkheid zijn, wanneer ze weten dat de schijnwerpers op hen gericht staan, om daarna privé soms erg bot en jaloers uit de hoek te komen.
Deze Italiaans-Amerikaanse wetenschapper paste zijn observaties toe op de peer review-praktijken binnen de academische wereld. De naam van de auteur is bij zo'n evaluatie altijd bekend, maar de reviewers blijven anoniem. Dat om te vermijden dat wetenschappers elkaar goede kritieken zouden retourneren ('Jij bent lief voor mij, dus zal ik lief voor jou zijn').
Maar al te vaak ontaarden deze evaluaties van andermans werk in ‘jaloerse stammentwisten’ om financiering en publicatierechten. Maestripieri pleit dan ook voor een totale transparantie in het evaluatieproces. Want als de reviewers openlijk voor hun kritiek moeten uitkomen, zullen ze minder geneigd zijn om hun 'tribale' neigingen naar boven te laten komen. Anonimiteit leidt tot concurrentie; maar transparantie leidt tot samenwerking, concludeert de gedragsbioloog.
Bron : The Wall Street Journal / Express.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten