Pret in den bak
De maanden februari-maart kende heel wat revolte in de Belgische gevangenissen.
In Vorst sloegen twee gevangenen vier cipiers in het ziekenhuis. Tijdens een celfouille hadden cipiers een gsm gevonden. De twee gevangenen hebben daarop van cel meubilair wapens gemaakt (tafelstoelen) en de cipiers aangevallen. Spontane staking van het personeel.
In Hasselt bezetten 90 gevangenen de binnenplaats, in solidariteit met een gevangene die in het cachot werd in elkaar geslagen. Ze vernielen de banken, de camera’s, de ramen, ze halen de hekken neer. Grote schade. 50 lokale en federale flikken komen tussen beiden, de gevangenen antwoorden waardig op deze aanval. Een week later geeft een gevangene een kopstoot aan een cipier tijdens het bezoek. Staking van het personeel.
In de gevangenis van Antwerpen steken verschillende gevangenen de cel in brand. Zware schade.
In Leuven weigeren 6 personen terug te gaan naar de cellen en blokkeren de binnenplaats. Ze vernielen alles wat ze kunnen, voetbalterrein, banken, vuilbakken etc. Ze vallen nadien de cipiers aan die hen met geweld naar binnen proberen krijgen. Een cipier raakt gewond. Ze klimmen op het dak. 40 flikken doen een interventie en halen de gevangenen met geweld naar beneden. Een gevangene raakt gewond en wordt overgeplaatst om de solidariteit te voorkomen.
In de jeugdgevangenis van Everberg weigeren enkele jongeren terug naar de cellen te keren. Daarop volgt een gevecht tussen 20 jongeren en cipiers, waarbij 4 cipiers gewond raken. Staking van het personeel.
Tot zover wat de pers kwijt wou. Ander nieuws van revolte:
In Andenne verkoopt een persoon die op normale sectie werd geplaatst na lange tijd op isolatie, een goeie slag aan de eerste cipier die zijn pad kruist.
In Brugge aanvaardt een gevangene niet dat de cipier op eender welk moment, onder eender welk voorwendsel in de cel wil binnenkomen. Hij zet hem vast tussen de deur en verkoopt enkele slagen. In de hoge veiligheid, vernielt een gevangene die er genoeg van heeft met kartonnen dozen te moeten werken het hele goedje.
Nieuws van revolte in de gevangenis verheugt ons en geeft ons moed om ook buiten te vechten. Het is niet het aantal gevangenen in revolte die indruk maakt, maar de wil om de confrontatie aan te gaan met je vijanden en je waardigheid op te eisen. De drie binnenplaatsbezettingen volgden elkaar danig snel op dat het duidelijk is dat één revolte moed en kracht geeft aan anderen. Het was lang geleden dat gevangenen nog zo’n vastberadenheid toonden om zich niet te laten doen door de cipiers.
Een woordje over de pers. Het is niet onbeduidend dat deze daden van rebellie vandaag in de kranten verschijnen. Ze werden vergezeld met drie cipiersstakingen – toevallig op de eerste zonnige dagen van het jaar – en gespierd overleg tussen cipiersvakbonden. Hun doel is de politiek “bewust te maken” op de vooravond van de verkiezingen, om steeds meer personeel en repressie te eisen. In Hasselt vragen ze specifiek dat een plaatsing in cachot gemakkelijker 9 dagen kan overschrijden, voor de meer weerspannige gevangenen praten ze zelf over een systematische verlenging.
We kunnen nooit op de pers vertrouwen om te weten wat er echt gebeurd is tijdens een rebellie. Ze zullen steeds de versie vertellen van de cipiers of de flikken die ter plaatse kwamen om de revolte in de kiem te smoren. De pers verzwijgt vaak kleine of grote daden van revolte binnen, net zoals ze dat doet voor wat er buiten gebeurt. De pers is een middel van de macht om te beheren welke informatie ze wil laten lekken, met welk specifiek doel. Ze zal het nooit hebben over het geweld dat aan de gevangenen wordt aangedaan, over de vernederingen en de weinig spectaculaire folter die bijna dagelijkse kost zijn geworden. Ze zal nooit zeggen in welke context een rebellie plaatsvond. Wij kunnen deze daden van revolte toe-eigenen en echo’s geven.
In Vorst sloegen twee gevangenen vier cipiers in het ziekenhuis. Tijdens een celfouille hadden cipiers een gsm gevonden. De twee gevangenen hebben daarop van cel meubilair wapens gemaakt (tafelstoelen) en de cipiers aangevallen. Spontane staking van het personeel.
In Hasselt bezetten 90 gevangenen de binnenplaats, in solidariteit met een gevangene die in het cachot werd in elkaar geslagen. Ze vernielen de banken, de camera’s, de ramen, ze halen de hekken neer. Grote schade. 50 lokale en federale flikken komen tussen beiden, de gevangenen antwoorden waardig op deze aanval. Een week later geeft een gevangene een kopstoot aan een cipier tijdens het bezoek. Staking van het personeel.
In de gevangenis van Antwerpen steken verschillende gevangenen de cel in brand. Zware schade.
In Leuven weigeren 6 personen terug te gaan naar de cellen en blokkeren de binnenplaats. Ze vernielen alles wat ze kunnen, voetbalterrein, banken, vuilbakken etc. Ze vallen nadien de cipiers aan die hen met geweld naar binnen proberen krijgen. Een cipier raakt gewond. Ze klimmen op het dak. 40 flikken doen een interventie en halen de gevangenen met geweld naar beneden. Een gevangene raakt gewond en wordt overgeplaatst om de solidariteit te voorkomen.
In de jeugdgevangenis van Everberg weigeren enkele jongeren terug naar de cellen te keren. Daarop volgt een gevecht tussen 20 jongeren en cipiers, waarbij 4 cipiers gewond raken. Staking van het personeel.
Tot zover wat de pers kwijt wou. Ander nieuws van revolte:
In Andenne verkoopt een persoon die op normale sectie werd geplaatst na lange tijd op isolatie, een goeie slag aan de eerste cipier die zijn pad kruist.
In Brugge aanvaardt een gevangene niet dat de cipier op eender welk moment, onder eender welk voorwendsel in de cel wil binnenkomen. Hij zet hem vast tussen de deur en verkoopt enkele slagen. In de hoge veiligheid, vernielt een gevangene die er genoeg van heeft met kartonnen dozen te moeten werken het hele goedje.
Nieuws van revolte in de gevangenis verheugt ons en geeft ons moed om ook buiten te vechten. Het is niet het aantal gevangenen in revolte die indruk maakt, maar de wil om de confrontatie aan te gaan met je vijanden en je waardigheid op te eisen. De drie binnenplaatsbezettingen volgden elkaar danig snel op dat het duidelijk is dat één revolte moed en kracht geeft aan anderen. Het was lang geleden dat gevangenen nog zo’n vastberadenheid toonden om zich niet te laten doen door de cipiers.
Een woordje over de pers. Het is niet onbeduidend dat deze daden van rebellie vandaag in de kranten verschijnen. Ze werden vergezeld met drie cipiersstakingen – toevallig op de eerste zonnige dagen van het jaar – en gespierd overleg tussen cipiersvakbonden. Hun doel is de politiek “bewust te maken” op de vooravond van de verkiezingen, om steeds meer personeel en repressie te eisen. In Hasselt vragen ze specifiek dat een plaatsing in cachot gemakkelijker 9 dagen kan overschrijden, voor de meer weerspannige gevangenen praten ze zelf over een systematische verlenging.
We kunnen nooit op de pers vertrouwen om te weten wat er echt gebeurd is tijdens een rebellie. Ze zullen steeds de versie vertellen van de cipiers of de flikken die ter plaatse kwamen om de revolte in de kiem te smoren. De pers verzwijgt vaak kleine of grote daden van revolte binnen, net zoals ze dat doet voor wat er buiten gebeurt. De pers is een middel van de macht om te beheren welke informatie ze wil laten lekken, met welk specifiek doel. Ze zal het nooit hebben over het geweld dat aan de gevangenen wordt aangedaan, over de vernederingen en de weinig spectaculaire folter die bijna dagelijkse kost zijn geworden. Ze zal nooit zeggen in welke context een rebellie plaatsvond. Wij kunnen deze daden van revolte toe-eigenen en echo’s geven.
Nieuws van de strijd tegen de maxi-gevangenis
Zoals geweten heeft de staat beslist om 13 nieuwe gevangenissen te bouwen, en de grootste daarvan zou in Brussel neergepoot worden. Langs de ene kant wil deze maxi-gevangenis komaf maken met de revolte en rebellie in de gevangenissen, langs de andere kant zal haar schaduw wegen op iedereen, of je nu binnen of buiten zit. Wij strijden tegen de bouw van deze maxi-gevangenis, want gruwels moeten niet gebouwd, maar vernietigd worden. We strijden ertegen omdat deze gevangenis naar het beeld is van wat de macht aan het doen is met heel Brussel: de stad omvormen tot een zone op maat van de rijken, de machtigen, de eurocraten en de kapitalisten. Onze strijd is een directe en zelfgeorganiseerde strijd, zonder politieke partijen of grote organisaties; een strijd die concreet de bouw van die nieuwe gevangenis wil verhinderen door actieve weigering en sabotage. De bouw van een gevangenis is afhankelijk van vele zaken: de politici die erover beslissen, de bedrijven die haar bouwen, de media die het project verdedigen, de aanvaarding van de bevolking. En al die zaken, die willen we met onze strijd verstoren en aanvallen om te verhinderen dat de gruwel van een maxi-gevangenis ooit het daglicht zou zien. Door directe actie, door onszelf, met alle middelen die we gepast achten, en wel vanaf hier en nu.
Enkele nieuwtjes
Op pleinen in Sint-Gillis, Anderlecht en Molenbeek hebben filmvoorstellingen plaatsgevonden in open lucht van de documentaire “Maxi-gevangenis vs. Maxi-rebellie”. Er werden ook vele pamfletten verspreid die oproepen tot strijd tegen de maxi-gevangenis, er werden affiches rondgeplakt en op vele plaatsen duiken geschilderde slogans op. Het moet gezegd worden dat de autoriteiten die zo snel mogelijk proberen verwijderen, wat zeker niet als een verrassing komt.
In Haren, de kleine gemeente in het noorden van Brussel waar zich het terrein van de toekomstige gevangenis bevindt, hebben de autoriteiten eind januari een “info-sessie” georganiseerd: een avond om de mensen ervan te overtuigen dat de gevangenis goed is, dat het tof is om erin of ernaast te wonen en vooral dat ertegen strijden geen zin heeft omdat toch alles al beslist is. Het gewoonlijke refrein dus. Gelukkig werd deze show verstoord door tegenstanders, ook al waren de flikken erg talrijk aanwezig om de officiële vertegenwoordigers te beschermen.
We hebben ook opgemerkt dat er nieuwe stickers en affiches rondgaan die al die vadsige bedrijven die geld verdienen met de bouw van nieuwe gevangenissen aan de schandpaal nagelen: bouwbedrijven zoals BAM, VALENS en DENYS of banken zoals KBC, Belfius en Fortis BNP-Paribas. Laten we ze overal saboteren, hun kantoren, hun filialen, hun werven, hun voertuigen!
Brand bij gevangenisbouwer Eiffage in Exincourt (Frankrijk)
Begin maart loopt een gebouw van de gevangenisbouwer Eiffage grote schade op in Exincourt (Frankrijk). De brand zou aangestoken zijn in de garage, waar de werfmachines zich bevonden, en heeft zich van daaruit verder verspreid.
Deze aanval tegen Eiffage in Frankrijk heeft ook betekenis voor ons hier in België. In de eerste plaats omdat een mooie aanval tegen een gevangenisbouwer eender waar ter wereld een goeie zaak is, maar evenwel omdat deze bouwfirma ook actief is in België. Eiffage (zusterbedrijf Valens) heeft het nieuwste deportatiekamp voor mensen zonder papieren gebouwd in Steenokkerzeel (Caricole), net als de nieuwe gevangenis in Marche-en-Famenne. Beide gevangenissen zijn gekend voor hun verstikkende sfeer. Men zegt “humaan”, maar wanneer je de ruiten van je cel niet eens kan opendoen lijkt het toch eerder dat we op een planeet gevuld met dode wezens beland zijn.
Sabotage is door de geschiedenis heen altijd al een wapen geweest van de onderdrukten tegen hun onderdrukkers. Vandaag leven we in tijden waarin alles razendsnel lijkt te veranderen. Camera's rijzen uit de grond als zomers onkruid na een regenbui, de flikken vermenigvuldigen zich als konijnen, de regering stampt de ene repressieve wet na de andere erdoor. Het wordt ons verboden nog langer te leven, en als we beslissen om dat wel te doen staan de nieuwe commissariaten en gevangenissen op ons te wachten. Omdat het allemaal zo verdomd agressief en intens is, kan het lijken alsof daar niets aan te doen valt en dat we dus maar beter kunnen afwachten tot het allemaal gepasseerd is en er betere tijden komen. Niet dus! Want betere tijden komen er enkel wanneer er voor gevochten wordt! Het zullen nooit de machtigen zijn die ons betere tijden schenken, het zullen wij zijn die ervoor moeten vechten.
De aanval is de taal van de diegene die weigert te onderhandelen met zijn onderdrukker over de omstandigheden waarin hij moet overleven. Het is de taal van degene die er schoon genoeg van heeft te moeten overleven in een kooi en zijn klauw plaatst in het gezicht van diegenen die hem opsluiten. De aanval is niet zacht, het is het besef dat dialoog geen optie is, dat de onderdrukking enkel zal ophouden wanneer men stopt met lief te zijn tegen zijn onderdrukker, wanneer men ophoudt slaaf te zijn. Dit is het verhaal van alle onderdrukten in opstand doorheen de hele geschiedenis, tot op de dag van vandaag waar de woedende en solidaire opstand van onderdrukten dictators heeft weggejaagd.
De gevangenis en het hele repressieve spinnenweb lijkt op een mastodont dat mensen verpletterd en onaanraakbaar is. En toch... Wanneer we wat dichter gaan om te bestuderen hoe alles werkt, dan blijkt dat het een machine is, een machine die uit radertjes bestaat en dat er radertjes zijn die gesaboteerd kunnen worden. Wat er gebeurd is in Frankrijk toont het ons.
Deze aanval tegen Eiffage in Frankrijk heeft ook betekenis voor ons hier in België. In de eerste plaats omdat een mooie aanval tegen een gevangenisbouwer eender waar ter wereld een goeie zaak is, maar evenwel omdat deze bouwfirma ook actief is in België. Eiffage (zusterbedrijf Valens) heeft het nieuwste deportatiekamp voor mensen zonder papieren gebouwd in Steenokkerzeel (Caricole), net als de nieuwe gevangenis in Marche-en-Famenne. Beide gevangenissen zijn gekend voor hun verstikkende sfeer. Men zegt “humaan”, maar wanneer je de ruiten van je cel niet eens kan opendoen lijkt het toch eerder dat we op een planeet gevuld met dode wezens beland zijn.
Sabotage is door de geschiedenis heen altijd al een wapen geweest van de onderdrukten tegen hun onderdrukkers. Vandaag leven we in tijden waarin alles razendsnel lijkt te veranderen. Camera's rijzen uit de grond als zomers onkruid na een regenbui, de flikken vermenigvuldigen zich als konijnen, de regering stampt de ene repressieve wet na de andere erdoor. Het wordt ons verboden nog langer te leven, en als we beslissen om dat wel te doen staan de nieuwe commissariaten en gevangenissen op ons te wachten. Omdat het allemaal zo verdomd agressief en intens is, kan het lijken alsof daar niets aan te doen valt en dat we dus maar beter kunnen afwachten tot het allemaal gepasseerd is en er betere tijden komen. Niet dus! Want betere tijden komen er enkel wanneer er voor gevochten wordt! Het zullen nooit de machtigen zijn die ons betere tijden schenken, het zullen wij zijn die ervoor moeten vechten.
De aanval is de taal van de diegene die weigert te onderhandelen met zijn onderdrukker over de omstandigheden waarin hij moet overleven. Het is de taal van degene die er schoon genoeg van heeft te moeten overleven in een kooi en zijn klauw plaatst in het gezicht van diegenen die hem opsluiten. De aanval is niet zacht, het is het besef dat dialoog geen optie is, dat de onderdrukking enkel zal ophouden wanneer men stopt met lief te zijn tegen zijn onderdrukker, wanneer men ophoudt slaaf te zijn. Dit is het verhaal van alle onderdrukten in opstand doorheen de hele geschiedenis, tot op de dag van vandaag waar de woedende en solidaire opstand van onderdrukten dictators heeft weggejaagd.
De gevangenis en het hele repressieve spinnenweb lijkt op een mastodont dat mensen verpletterd en onaanraakbaar is. En toch... Wanneer we wat dichter gaan om te bestuderen hoe alles werkt, dan blijkt dat het een machine is, een machine die uit radertjes bestaat en dat er radertjes zijn die gesaboteerd kunnen worden. Wat er gebeurd is in Frankrijk toont het ons.
Nieuws uit Palestina: "Mu’taz, die zich niet wou overgeven"
Het verzet is uiteraard niet dood in Palestina. De wapens zijn nog steeds daar om terug te vechten; kogels, stenen. Ze komen vooral uit de vluchtelingenkampen, waar overleven het moeilijkst is. Voorheen waren wapens meer in de handen van de mensen, maar sinds de Palestijnse autoriteit een feit is, zijn de wapens vooral bij de flikken en de gecentraliseerde macht.
Maar de wapens zijn er.
Midden februari wordt het kleine checkpoint om naar Birzeit te gaan aangevallen. Een gast van het leger wordt geraakt door een M16.
Donderdag 27 februari 2014. Het leger neemt het dorp Birzeit over. Ze zoeken iemand. Het leger lanceert de operatie om Mu’taz, een jongen, een vechter van 23 jaar, te arresteren. Zoals gewoonlijk rechtvaardigt het leger haar operaties met de “veiligheid” en verdenkt Mu’taz van terrorisme. Altijd dezelfde beschuldigingen!
Deze arrestatie verloopt niet zoals gewoonlijk. Meestal arresteert het leger mensen bij hen thuis, in het midden van de nacht, aan een checkpoint of in de straat. Ze worden dan opgesloten in administratieve detentie (wat betekent dat je opgesloten blijft totdat de Israëlische autoriteit beslist om je los te laten, als ze ooit beslist om je los te laten). Het leger omsingelt het huis en laat iedereen naar buiten komen. De militairen wilden Mu’taz Wahsheh. Zijn twee broers zaten jarenlang in de gevangenis, en zijn net vrijgelaten. De moeder zegt aan het leger dat haar zoon niet binnen is en hoopt dat hij langs de achterkant is kunnen ontsnappen. Ondertussen komen verschillende wagens van het leger aan, en blokkeren ze alle wegen. De mensen komen op straat, maar mogen niet tot bij het huis komen.
Wanneer Mu’taz niet te vinden is, begint het leger de muren van het huis met een bulldozer te vernielen, voor de ogen van iedereen. Vervolgens gooien ze granaten naar binnen en het huis begint te branden. Palestijnse brandweermannen gaan binnen om het vuur te doven, en ze treffen Mu’taz levend aan. Maar hij wilt zich niet overgeven aan de bezetters, hij zegt dat hij liever sterft dan zich over te leveren aan de Israëlische autoriteit. Hij wilde een beetje vrijer sterven.
Het leger wilt hem ook dood. Het veiligheidskorps gaat binnen in het huis, en schiet Mu’taz dood.
De familie, de vrienden, Palestijnen zijn in schok. Een arrestatie met dergelijk geweld deed zich niet meer voor sinds de tweede intifada in de Westelijke Jordaanoever. De reacties zijn divers: sommigen zijn niet verbaasd aangezien het land onder Israëlische bezetting is sinds 1967, anderen proberen de gebeurtenissen te normaliseren (de cafés en terrasjes blijven open in Ramallah, de stad ernaast), anderen willen er niet over praten omdat het te moeilijk is.
De Israëlische autoriteit vernedert, arresteert en breekt de Palestijnse vechters. De Israëlische kolonisatie neemt verschillende vormen van overheersing aan, ze heeft vele tactieken om levend te blijven en de Palestijnen te verpletteren.
Solidariteit met diegenen die vechten voor de vrijheid in Palestina en elders, laten we spuwen op alle militairen! Of ze nu Israëlisch, Belgisch, Arabisch zijn. Ze zijn er altijd om de gevestigde macht te verdedigen. De macht die ons haar wetten wil opleggen en onze vrijheid vastsnoeren, die ons beschuldigt van terrorisme als we niet akkoord gaan met haar belangen!
In deze wereld vol gruwelijkheden houdt alleen de revolte ons levend en waardig.
Maar de wapens zijn er.
Midden februari wordt het kleine checkpoint om naar Birzeit te gaan aangevallen. Een gast van het leger wordt geraakt door een M16.
Donderdag 27 februari 2014. Het leger neemt het dorp Birzeit over. Ze zoeken iemand. Het leger lanceert de operatie om Mu’taz, een jongen, een vechter van 23 jaar, te arresteren. Zoals gewoonlijk rechtvaardigt het leger haar operaties met de “veiligheid” en verdenkt Mu’taz van terrorisme. Altijd dezelfde beschuldigingen!
Deze arrestatie verloopt niet zoals gewoonlijk. Meestal arresteert het leger mensen bij hen thuis, in het midden van de nacht, aan een checkpoint of in de straat. Ze worden dan opgesloten in administratieve detentie (wat betekent dat je opgesloten blijft totdat de Israëlische autoriteit beslist om je los te laten, als ze ooit beslist om je los te laten). Het leger omsingelt het huis en laat iedereen naar buiten komen. De militairen wilden Mu’taz Wahsheh. Zijn twee broers zaten jarenlang in de gevangenis, en zijn net vrijgelaten. De moeder zegt aan het leger dat haar zoon niet binnen is en hoopt dat hij langs de achterkant is kunnen ontsnappen. Ondertussen komen verschillende wagens van het leger aan, en blokkeren ze alle wegen. De mensen komen op straat, maar mogen niet tot bij het huis komen.
Wanneer Mu’taz niet te vinden is, begint het leger de muren van het huis met een bulldozer te vernielen, voor de ogen van iedereen. Vervolgens gooien ze granaten naar binnen en het huis begint te branden. Palestijnse brandweermannen gaan binnen om het vuur te doven, en ze treffen Mu’taz levend aan. Maar hij wilt zich niet overgeven aan de bezetters, hij zegt dat hij liever sterft dan zich over te leveren aan de Israëlische autoriteit. Hij wilde een beetje vrijer sterven.
Het leger wilt hem ook dood. Het veiligheidskorps gaat binnen in het huis, en schiet Mu’taz dood.
De familie, de vrienden, Palestijnen zijn in schok. Een arrestatie met dergelijk geweld deed zich niet meer voor sinds de tweede intifada in de Westelijke Jordaanoever. De reacties zijn divers: sommigen zijn niet verbaasd aangezien het land onder Israëlische bezetting is sinds 1967, anderen proberen de gebeurtenissen te normaliseren (de cafés en terrasjes blijven open in Ramallah, de stad ernaast), anderen willen er niet over praten omdat het te moeilijk is.
De Israëlische autoriteit vernedert, arresteert en breekt de Palestijnse vechters. De Israëlische kolonisatie neemt verschillende vormen van overheersing aan, ze heeft vele tactieken om levend te blijven en de Palestijnen te verpletteren.
Solidariteit met diegenen die vechten voor de vrijheid in Palestina en elders, laten we spuwen op alle militairen! Of ze nu Israëlisch, Belgisch, Arabisch zijn. Ze zijn er altijd om de gevestigde macht te verdedigen. De macht die ons haar wetten wil opleggen en onze vrijheid vastsnoeren, die ons beschuldigt van terrorisme als we niet akkoord gaan met haar belangen!
In deze wereld vol gruwelijkheden houdt alleen de revolte ons levend en waardig.
Kreten van revolte
Kreten van revolte, kreten van woede. Kreten van hoop en van pijn. Waarschijnlijk zijn we niet met erg veel om die nog te horen, zo doof zijn onze tijdsgenoten gemaakt door het helse lawaai van de dingen die je moet kopen en het nieuws dat je moet slikken. Maar sommigen hebben de kreten toch gehoord, ondanks de dikte van de muren. Opstand in de gevangenis van Hasselt in solidariteit met een rebel die in het cachot gestoken was omdat hij zijn stem verheft had tegen de terreur van de cipiers. Rellen van jongeren die opgesloten zitten in Everberg tegen de horizons van hun leven die afgegrendeld worden door tralies en bewakers. Brandstichtingen in de gevangenissen van Leuven en Antwerpen, knetterende toortsen in de duisternis van de gevangeniswereld. We hebben ze gehoord, die kreten; in onze oren klinken ze als liederen, liederen van moed en solidariteit, liederen van revolte en waardigheid.
Wie leert ons nog te zingen? Tussen het geluid van sleutels in het slot van de celdeuren en de blieps van de technologische apparaten die ons vastketenen; tussen het gezeur van de politici die spreken over veiligheid en werk en de slaven die het ritme van de dood typen op de toetsenborden; tussen de werfmachines en kranen die gebouwen optrekken van een wereld die vreemd is aan het leven en de bevelen die rotzakken in uniform en zombie-burgers op elke hoek van de straat staan te brullen; tussen de kogels van de flikken die zich nestelen in het vlees van de ongewensten en de reclame die aan duizelingwekkend tempo gebombardeerd wordt. Zeg me, welk lied kan je nog horen? Nochtans is de mens die niet meer zingt een dood wezen. Een levende dode. Het bloed pompt niet meer in zijn aders, zijn hart klopt slechts op het rythme van de autoriteit, zijn stem verheft zich alleen maar om de stem van de meester na te praten.
Voel je niet de geheimzinnige aantrekking wanneer iemand ondanks alles toch zingt? Voel je niet hoe je hartslag versnelt, voel je die fantastische mengeling tussen verlangen en onzekerheid, ja, angst, tegenover het onbekende? Het lied, de liederen van revolte en vrijheid in het bijzonder, geven geen uitgewerkte verklaringen, ze verschaffen geen objectieve redenen. De gevangene die in opstand komt, de slaaf die opstaat, de onderdrukte die zijn onderdrukker aanvalt, allemaal hebben ze redenen, maar woorden zouden niet echt kunnen uitdrukken wat hen beweegt. De verklaringen geven de machtigen vaak meer grip om de opstandelingen te vermorzelen, om hen beter te kunnen verstikken, om wat diep in elk menselijke wezen broeit met beton te bedekken.
Zing, zing, het leven roept ons. De kreten van revoltes roepen om echo's van revolte, om refreinen toe te voegen aan de liederen, om melodieën te vermengen, om wonderlijke instrumenten te laten klinken. Overal rondom ons zijn de verstikkers van het lied aan het werk. De macht dreunt en dramt met haar toekomstproject: veiligheid voor Brussel, iedereen onder cameratoezicht en de bouw van een maxi-gevangenis op Brusselse bodem om haar dreiging op elkeen te laten wegen. Onze liederen zijn liederen van liefde, liefde voor de vrijheid, voor de solidariteit, maar het zijn ook liederen van woede, van vuur en lood tegen de verstikkers van het leven, tegen allen die de huidige maatschappij beschermen.
De liederen kloppen al aan je deur. Of het nu een opstand in een gevangenis is of een molotov tegen de wagens van de bedrijven die de toekomstige maxi-gevangenis willen bouwen; of het nu een hinderlaag tegen de flikken is of werven van de doodsheid die 's nachts gesaboteerd worden. Allemaal andere liederen, maar allemaal liederen van leven en revolte. We wachten niet totdat een ander als eerste zingt, we halen diep adem en beginnen te zingen, dat is alles. We wachten niet tot de massa's op straat komen, we vertrouwen eerder op degenen die we kennen, degenen die begeesterd worden door hetzelfde verlangen om uit volle borst te zingen.
Wie leert ons nog te zingen? Tussen het geluid van sleutels in het slot van de celdeuren en de blieps van de technologische apparaten die ons vastketenen; tussen het gezeur van de politici die spreken over veiligheid en werk en de slaven die het ritme van de dood typen op de toetsenborden; tussen de werfmachines en kranen die gebouwen optrekken van een wereld die vreemd is aan het leven en de bevelen die rotzakken in uniform en zombie-burgers op elke hoek van de straat staan te brullen; tussen de kogels van de flikken die zich nestelen in het vlees van de ongewensten en de reclame die aan duizelingwekkend tempo gebombardeerd wordt. Zeg me, welk lied kan je nog horen? Nochtans is de mens die niet meer zingt een dood wezen. Een levende dode. Het bloed pompt niet meer in zijn aders, zijn hart klopt slechts op het rythme van de autoriteit, zijn stem verheft zich alleen maar om de stem van de meester na te praten.
Voel je niet de geheimzinnige aantrekking wanneer iemand ondanks alles toch zingt? Voel je niet hoe je hartslag versnelt, voel je die fantastische mengeling tussen verlangen en onzekerheid, ja, angst, tegenover het onbekende? Het lied, de liederen van revolte en vrijheid in het bijzonder, geven geen uitgewerkte verklaringen, ze verschaffen geen objectieve redenen. De gevangene die in opstand komt, de slaaf die opstaat, de onderdrukte die zijn onderdrukker aanvalt, allemaal hebben ze redenen, maar woorden zouden niet echt kunnen uitdrukken wat hen beweegt. De verklaringen geven de machtigen vaak meer grip om de opstandelingen te vermorzelen, om hen beter te kunnen verstikken, om wat diep in elk menselijke wezen broeit met beton te bedekken.
Zing, zing, het leven roept ons. De kreten van revoltes roepen om echo's van revolte, om refreinen toe te voegen aan de liederen, om melodieën te vermengen, om wonderlijke instrumenten te laten klinken. Overal rondom ons zijn de verstikkers van het lied aan het werk. De macht dreunt en dramt met haar toekomstproject: veiligheid voor Brussel, iedereen onder cameratoezicht en de bouw van een maxi-gevangenis op Brusselse bodem om haar dreiging op elkeen te laten wegen. Onze liederen zijn liederen van liefde, liefde voor de vrijheid, voor de solidariteit, maar het zijn ook liederen van woede, van vuur en lood tegen de verstikkers van het leven, tegen allen die de huidige maatschappij beschermen.
De liederen kloppen al aan je deur. Of het nu een opstand in een gevangenis is of een molotov tegen de wagens van de bedrijven die de toekomstige maxi-gevangenis willen bouwen; of het nu een hinderlaag tegen de flikken is of werven van de doodsheid die 's nachts gesaboteerd worden. Allemaal andere liederen, maar allemaal liederen van leven en revolte. We wachten niet totdat een ander als eerste zingt, we halen diep adem en beginnen te zingen, dat is alles. We wachten niet tot de massa's op straat komen, we vertrouwen eerder op degenen die we kennen, degenen die begeesterd worden door hetzelfde verlangen om uit volle borst te zingen.
Berichten van wanorde 44
De aders van het kapitaal – Eind maart, nachtelijke brandstichting van de elektrische installaties in Monceau-sur-Sambre. Het gaat over één van de grootste sites van het netwerk van hoge spanning dat dienst doet als knooppunt tussen het internationaal en het Belgisch netwerk. De brand woedde verschillende uren en bracht twee ontploffingen teweeg bij de transformator. De hele site is vernield, maar bracht geen stroomonderbreking teweeg in de geburen. “Maar zonder elektriciteit zou niets werken! Hoe kunnen jullie dergelijke sabotage verdedigen?” Inderdaad, vele vieze dingen werken op elektriciteit: fabrieken, gevangenissen, commerciële centra, hoge snelheidstreinen, luchthavens, ministeries… Door de stroom af te snijden, snij je in de aders van het kapitaal en de Staat. Zonder breuk, die er komt door de stroom te saboteren, het verkeer te blokkeren, een gebouw af te branden dat noodzakelijk is voor de goede werking van de economie en de Staat, blijft de dagelijkse rompslomp ongenadig de in vraag stelling van de wereld waarin we leven verhinderen en in de kiem smoren. De hele samenleving bevindt zich onder bezetting van het kapitalisme en de Staat, haar structuren zijn overal, haar uniformen maar ook haar slaven zijn overal. Aan diegenen die vechten voor de vrijheid, stellen wij dus voor om als partizanen in kleine groepjes sabotage uit te voeren, overal waar de vijand zich niet kan verdedigen met zijn grote middelen en massale aanwezigheid.
Een kippennest in brand – In de wijk Droixhe in Luik valt een groep van een tiental personen het lokaal commissariaat aan met molotov cocktails. Rond 21 uur, terwijl de flikken nog binnen zitten, gooien ze tientallen molotovs op het commissariaat.
Namen en adressen – Liever dan het politieke spel en haar valse consultaties, onderhandelingen, petities en wat nog te aanvaarden, bewandelen diegenen die willen vechten tegen de rotte politiek en de horror van het kapitalisme beter het pad van de directe actie: direct handelen tegen diegenen die ons onderdrukken en uitbuiten, met de middelen die wij kiezen. Bijvoorbeeld, iemand was misschien niet akkoord met de beslissingen van de schepen Raymond Neves (PS) in Engis, of houdt kortom niet van politiekers, en een mooie nacht van maart, ging de BMW X3 van de socialistische schepen op in de vlammen.
Een kippennest in brand – In de wijk Droixhe in Luik valt een groep van een tiental personen het lokaal commissariaat aan met molotov cocktails. Rond 21 uur, terwijl de flikken nog binnen zitten, gooien ze tientallen molotovs op het commissariaat.
Namen en adressen – Liever dan het politieke spel en haar valse consultaties, onderhandelingen, petities en wat nog te aanvaarden, bewandelen diegenen die willen vechten tegen de rotte politiek en de horror van het kapitalisme beter het pad van de directe actie: direct handelen tegen diegenen die ons onderdrukken en uitbuiten, met de middelen die wij kiezen. Bijvoorbeeld, iemand was misschien niet akkoord met de beslissingen van de schepen Raymond Neves (PS) in Engis, of houdt kortom niet van politiekers, en een mooie nacht van maart, ging de BMW X3 van de socialistische schepen op in de vlammen.
zaterdag 25 januari 2014
Nood aan lucht!
Deze gevangeniswereld die ons verstikt
Twee weken geleden werd een man onder verdachte omstandigheden dood aangetroffen in zijn bed in een cel, opgesloten in de gevangenis voor buitenlanders van Brugge. Leven achter de tralies, sterven achter de tralies, we moeten de wereld die dergelijke zaken mogelijk maakt vernietigen.
De lucht die we inademen is vervuild... Deze vervuiling, dat is de geur van de economie, van de uniformen, de stank van de opsluiting, van de dagelijkse onderdrukking, van de aanvaarding en de depressie. En deze sfeer veroorzaakt ademhalingsmoeilijkheden: een longaandoening, chronische bronchitis, een soort van allergie in de wereld die ons verplettert: stress.
Vernietigen wat ons vernietigt om te kunnen ademen
Ons wordt verteld dat als je ziek bent je naar de dokter moet, medicijnen slikken om de pijn te verlichten, en je erbij neerleggen te leven met de ziekte. Maar wat ze ook zeggen, als de oorzaken blijven bestaan, komen de symptomen elke keer terug.
Er zijn een aantal remedies die geen dokter zou voorschrijven. De kooien slopen, de tralies doorzagen, dit zijn medicijnen die goed doen! Zoals de vijf personen die uit de gesloten centra van Merksplas en Steenokkerzeel ontsnappen. Te Vottem, probeert een persoon zijn cel in brand te steken. En laatst nog, ontsnapt een gevangene uit de gevangenis van Lantin, met medeplichtigheid van solidaire gevangenen.
In Brugge, na de verdachte dood van de man, gaan alle gevangenen in hongerstaking, en worden gevolgd door anderen in het gesloten centrum van Vottem en Steenokkerzeel. Solidariteitsbetogingen worden gehouden aan deze twee gevangenissen voor buitenlanders en de cipiers worden uitgescholden door de demonstranten tijdens de dienstwisseling.
Het vuur dat zuurstof geeft
Jarenlang waren in de gevangenissen en gesloten centra in België rebellie en opstand: hele vleugels werden buiten dienst gesteld door het vuur. Ook buiten hebben rellen en solidariteitsaanvallen zuurstof gegeven aan al degenen die deze permanente gijzeling niet willen aanvaarden.
De staat reageert en bouwt isolatie afdelingen in de gevangenissen, zoals de QHS in Brugge en in Lantin. Deze twee onbeschrijfelijk wrede plaatsen zijn meerdere malen verwoest, maar telkens weer heringericht. Ook in de deportatiekampen worden de rebellen in isolatie geplaatst, overgeplaatst of zo snel mogelijk gedeporteerd om besmetting van de onrust te voorkomen. Dit zijn allemaal wapens in de handen van het gevangenissysteem gericht op het in de pas laten lopen van weerspannige gevangenen met matrakslagen en om iedereen af te schrikken. Het is dezelfde logica waardoor de Staat 9 nieuwe gevangenissen in België bouwt.
De staat wil ons voor eens en altijd verstikken. Sommige laten zich niet doen, en gaan in het offensief. Als we denken aan de nieuwe gevangenis in Marche-en-Famenne, ultrabeveiligd, laten we dan niet de poging vergeten om de werf te saboteren in 2012 toen zes brandbommen in kranen werden geplaatst. En nog, even na de opening van deze nieuwe gevangenis in november 2013, vliegen de ramen van het kantoor van de morbide architecten (CERAU) die deze bak hebben ontworpen, aan gruzelementen. Het is een verademing.
Ademhalen tegen schouderophalen
Indien de macht wil dat we volgzaam, gedeporteerd of opgesloten worden, is het aan ons om in vorm te zijn en ons voor te bereiden op de strijd. Als de macht wil dat Brussel wordt schoongemaakt en beveiligd, zodat het aangenaam is voor eurocraten, diplomaten, zakenlieden en rijken, is het aan ons om waardig te blijven, het hoofd hoog te houden en ze geen terrein laten winnen zonder dat zij worden geconfronteerd met ons. Train je longen om vrij te ademen .
Saboteer de razzia’s, vecht tegen de bouw van de grootste gevangenis in de Belgische geschiedenis (in Brussel), ga in het offensief... Dit alles is mogelijk, door zich te organiseren in kleine groepen waar vertrouwen is, met een beetje behendigheid, vastberadenheid en vindingrijkheid. Ook door het herkennen van andere rebellen die dorsten naar vrijheid. Adem diep en maak zo veel mogelijk lawaai, laten we er een mooie puinhoop van maken!
Doelen, ze zijn overal te vinden. Bedrijven die geld verdienen met opsluiting (Sodexo, Fabricom... ) of die nieuwe gevangenissen bouwen (BAM, Valens, BESIX, Willemen, Denys... ), maar ook de werven die plaats maken voor het nut en het comfort van de rijken, en de kantoren waar de aardige meneren en dames werken die de beslissingen nemen en de plannen ontwerpen om de uitbuiting, de vernietiging en de uitwijzing van de ongewenste te verfijnen (Dienst Vreemdelingenzaken, de Regie van gebouwen, de EU, het ministerie van Justitie, de RVA en vele anderen).
Vergeet nooit: elke daad geïnspireerd door het verlangen naar vrijheid spreekt tot het hart van hen die hetzelfde zoeken. Laten we solidair zijn, hen de adem afsnijden, totdat we vrij zijn, vrij als de lucht.
Twee weken geleden werd een man onder verdachte omstandigheden dood aangetroffen in zijn bed in een cel, opgesloten in de gevangenis voor buitenlanders van Brugge. Leven achter de tralies, sterven achter de tralies, we moeten de wereld die dergelijke zaken mogelijk maakt vernietigen.
De lucht die we inademen is vervuild... Deze vervuiling, dat is de geur van de economie, van de uniformen, de stank van de opsluiting, van de dagelijkse onderdrukking, van de aanvaarding en de depressie. En deze sfeer veroorzaakt ademhalingsmoeilijkheden: een longaandoening, chronische bronchitis, een soort van allergie in de wereld die ons verplettert: stress.
Vernietigen wat ons vernietigt om te kunnen ademen
Ons wordt verteld dat als je ziek bent je naar de dokter moet, medicijnen slikken om de pijn te verlichten, en je erbij neerleggen te leven met de ziekte. Maar wat ze ook zeggen, als de oorzaken blijven bestaan, komen de symptomen elke keer terug.
Er zijn een aantal remedies die geen dokter zou voorschrijven. De kooien slopen, de tralies doorzagen, dit zijn medicijnen die goed doen! Zoals de vijf personen die uit de gesloten centra van Merksplas en Steenokkerzeel ontsnappen. Te Vottem, probeert een persoon zijn cel in brand te steken. En laatst nog, ontsnapt een gevangene uit de gevangenis van Lantin, met medeplichtigheid van solidaire gevangenen.
In Brugge, na de verdachte dood van de man, gaan alle gevangenen in hongerstaking, en worden gevolgd door anderen in het gesloten centrum van Vottem en Steenokkerzeel. Solidariteitsbetogingen worden gehouden aan deze twee gevangenissen voor buitenlanders en de cipiers worden uitgescholden door de demonstranten tijdens de dienstwisseling.
Het vuur dat zuurstof geeft
Jarenlang waren in de gevangenissen en gesloten centra in België rebellie en opstand: hele vleugels werden buiten dienst gesteld door het vuur. Ook buiten hebben rellen en solidariteitsaanvallen zuurstof gegeven aan al degenen die deze permanente gijzeling niet willen aanvaarden.
De staat reageert en bouwt isolatie afdelingen in de gevangenissen, zoals de QHS in Brugge en in Lantin. Deze twee onbeschrijfelijk wrede plaatsen zijn meerdere malen verwoest, maar telkens weer heringericht. Ook in de deportatiekampen worden de rebellen in isolatie geplaatst, overgeplaatst of zo snel mogelijk gedeporteerd om besmetting van de onrust te voorkomen. Dit zijn allemaal wapens in de handen van het gevangenissysteem gericht op het in de pas laten lopen van weerspannige gevangenen met matrakslagen en om iedereen af te schrikken. Het is dezelfde logica waardoor de Staat 9 nieuwe gevangenissen in België bouwt.
De staat wil ons voor eens en altijd verstikken. Sommige laten zich niet doen, en gaan in het offensief. Als we denken aan de nieuwe gevangenis in Marche-en-Famenne, ultrabeveiligd, laten we dan niet de poging vergeten om de werf te saboteren in 2012 toen zes brandbommen in kranen werden geplaatst. En nog, even na de opening van deze nieuwe gevangenis in november 2013, vliegen de ramen van het kantoor van de morbide architecten (CERAU) die deze bak hebben ontworpen, aan gruzelementen. Het is een verademing.
Ademhalen tegen schouderophalen
Indien de macht wil dat we volgzaam, gedeporteerd of opgesloten worden, is het aan ons om in vorm te zijn en ons voor te bereiden op de strijd. Als de macht wil dat Brussel wordt schoongemaakt en beveiligd, zodat het aangenaam is voor eurocraten, diplomaten, zakenlieden en rijken, is het aan ons om waardig te blijven, het hoofd hoog te houden en ze geen terrein laten winnen zonder dat zij worden geconfronteerd met ons. Train je longen om vrij te ademen .
Saboteer de razzia’s, vecht tegen de bouw van de grootste gevangenis in de Belgische geschiedenis (in Brussel), ga in het offensief... Dit alles is mogelijk, door zich te organiseren in kleine groepen waar vertrouwen is, met een beetje behendigheid, vastberadenheid en vindingrijkheid. Ook door het herkennen van andere rebellen die dorsten naar vrijheid. Adem diep en maak zo veel mogelijk lawaai, laten we er een mooie puinhoop van maken!
Doelen, ze zijn overal te vinden. Bedrijven die geld verdienen met opsluiting (Sodexo, Fabricom... ) of die nieuwe gevangenissen bouwen (BAM, Valens, BESIX, Willemen, Denys... ), maar ook de werven die plaats maken voor het nut en het comfort van de rijken, en de kantoren waar de aardige meneren en dames werken die de beslissingen nemen en de plannen ontwerpen om de uitbuiting, de vernietiging en de uitwijzing van de ongewenste te verfijnen (Dienst Vreemdelingenzaken, de Regie van gebouwen, de EU, het ministerie van Justitie, de RVA en vele anderen).
Vergeet nooit: elke daad geïnspireerd door het verlangen naar vrijheid spreekt tot het hart van hen die hetzelfde zoeken. Laten we solidair zijn, hen de adem afsnijden, totdat we vrij zijn, vrij als de lucht.
De schuld van de armen ?!
Vanaf 2008 tot en met nu, een volle 5 jaar al ondertussen, is het crisis. De media stillen er hun nieuwshonger mee, de politici kunnen er niet over ophouden, de bedrijfsleiders klagen nu ook ‘met reden’. Wie crisis, wat crisis durven we ons dan al eens af te vragen. De economie draait volop door, daarvan getuigen de torenhoge winsten die aandeelhouders opstrijken en de stijgende lonen die de managers in hun zakken steken. Het kapitalisme blijft stevig overeind als onbekritiseerbaar dogma, de politici blaten allemaal hetzelfde refrein; besparen, iedereen aan het werk, verdergaan zonder omkijken op het ingeslagen pad. Dus deze maatschappij kent geen economische crisis en geen politieke/ideologische crisis. Waar moeten we die crisis dan wel zoeken? Want er is een crisis, daar zijn alle loeiende koeien het over eens. Het is de reden waarom er in de werkloosheidsuitkeringen gesnoeid wordt, waarom er banen afgevoerd worden bij de overheid en bedrijven.
Want het mag dan misschien niet zo duidelijk zijn waar die crisis zich juist bevindt, voor de machthebbers is het duidelijk dat de schuldigen de armen zijn. Ze kosten de economie teveel geld dus dop schrappen, achterstallige betalingen laten innen door deurwaarders, beetje prutsen aan de minimumlonen, lasten op lonen verlagen zodat de bedrijfsleiders meer op zak kunnen steken. Ondertussen is het verschil tussen de rijksten en armsten nog nooit zo groot geweest in de recente geschiedenis.
Het wordt allemaal een beetje te degoutant. In 2008 waren enkele economische sectoren in problemen gekomen. De wereldwijde financiële sector en op sommige plaatsen de vastgoedsector, hadden spelletjes gespeeld die hun nu zuur opspeelden. Ze waren echter niet van plan hun verliezen te incasseren, ze speelden die liever door naar anderen. Daaronder enkele regeringen die hun rekeningen niet op orde hadden volgens de financiële sector en dus niet op te veel krediet van diezelfde sector moesten rekenen.
Kortom, er zijn enkele schulden af te lossen. Wie gaat dat doen? “Hmm”, zeiden de machtigen van deze aardkloot, “de armen! We noemen het crisis en dan kunnen we er nog wat economische hervormingen doorduwen zodat we op termijn nog meer winst kunnen opstrijken.”
Die economische hervormingen, onder de noemer crisis, zijn erop gericht mensen meer afhankelijk te maken van loonarbeid om te overleven en hen vervolgens miserabel werk tegen miserabel loon te laten verrichten. Er moet immers geconcurreerd worden met landen als bijvoorbeeld Spanje waar mensen wanhopig elke job aannemen en landen als bijvoorbeeld Duitsland waar dwangarbeid terug hip is bij de machthebbers (verplicht werken voor een minieme uitkering).
Het wordt eens tijd voor een echte crisis van dit systeem. En de oorzaak zal niet een mysterieus, onontwarbaar kluwen van aanleidingen zijn, maar simpelweg een daad: sabotage.
Want het mag dan misschien niet zo duidelijk zijn waar die crisis zich juist bevindt, voor de machthebbers is het duidelijk dat de schuldigen de armen zijn. Ze kosten de economie teveel geld dus dop schrappen, achterstallige betalingen laten innen door deurwaarders, beetje prutsen aan de minimumlonen, lasten op lonen verlagen zodat de bedrijfsleiders meer op zak kunnen steken. Ondertussen is het verschil tussen de rijksten en armsten nog nooit zo groot geweest in de recente geschiedenis.
Het wordt allemaal een beetje te degoutant. In 2008 waren enkele economische sectoren in problemen gekomen. De wereldwijde financiële sector en op sommige plaatsen de vastgoedsector, hadden spelletjes gespeeld die hun nu zuur opspeelden. Ze waren echter niet van plan hun verliezen te incasseren, ze speelden die liever door naar anderen. Daaronder enkele regeringen die hun rekeningen niet op orde hadden volgens de financiële sector en dus niet op te veel krediet van diezelfde sector moesten rekenen.
Kortom, er zijn enkele schulden af te lossen. Wie gaat dat doen? “Hmm”, zeiden de machtigen van deze aardkloot, “de armen! We noemen het crisis en dan kunnen we er nog wat economische hervormingen doorduwen zodat we op termijn nog meer winst kunnen opstrijken.”
Die economische hervormingen, onder de noemer crisis, zijn erop gericht mensen meer afhankelijk te maken van loonarbeid om te overleven en hen vervolgens miserabel werk tegen miserabel loon te laten verrichten. Er moet immers geconcurreerd worden met landen als bijvoorbeeld Spanje waar mensen wanhopig elke job aannemen en landen als bijvoorbeeld Duitsland waar dwangarbeid terug hip is bij de machthebbers (verplicht werken voor een minieme uitkering).
Het wordt eens tijd voor een echte crisis van dit systeem. En de oorzaak zal niet een mysterieus, onontwarbaar kluwen van aanleidingen zijn, maar simpelweg een daad: sabotage.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten