Het is examentijd. Als een student op drie achtereenvolgende testen faalt, dan wordt geconcludeerd dat er een structureel probleem is. Ook de regering Di Rupo moet tot deze vaststelling komen en wel met betrekking tot het vak ‘fiscale rechtshandhaving.’ Drie recente arresten van het Grondwettelijk Hof bewijzen dat.
De regering Di Rupo kreeg recent drie keer een tik op de vingers. Op 6 juni 2014 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de nieuwe wettelijke bepalingen omtrent de taxatie geheime commissielonen (gemeenzaam bekend als de monsterboete van 309 procent) strijdig is met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en de procesgaranties opgenomen in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
In een arrest van 3 april 2014 formuleerde hetzelfde Hof een soortgelijke kritiek op de ‘una via’-wet. En nauwelijks enkele dagen voordien, op 27 maart 2014, deed het Grondwettelijk Hof dat ook met betrekking tot de wettelijke bepalingen op belastingverhogingen (lees: procentuele boetes) in de directe belastingen. Structurele bezinning dringt zich dus op voor de regering.
Fiscale bazooka
Fraudebestrijding is een van de paradepaardjes van de regering-Di Rupo. De regering was nog maar net uit de startblokken geschoten of het begrip ‘fiscale fraude’ werd verruimd. Begin 2012 voerde de regering de fiscale bazooka in. In de maand juli van datzelfde jaar kwamen er nieuwe boeteschalen in de btw, waarbij sommige boetes eenvoudigweg verdubbelden.
Wie dacht het ergste gehad te hebben, sloeg de bal mis. In september 2012 zag de ‘una via’-wet het levenslicht. Die wet moet het makkelijker maken om inbreuken op de belastingwetgeving ook strafrechtelijk te sanctioneren. Sinds 1 november 2012 zijn de strafrechtelijke sancties op fiscale misdrijven liefst zesmaal hoger!
Midden 2013 werd dan weer een nieuw fiscaal misdrijf ingevoerd: de ernstige fiscale fraude. Rond diezelfde tijd werd eveneens wettelijk gesleuteld aan de monsterboetes van 309 procent. En eind 2013 werden nieuwe administratieve boetes ingevoerd voor inbreuken of fouten in de voorheffingen. Overigens werden rond die tijd de kleine lettertjes van de belastingverhogingen in de directe belastingen herschreven, waardoor deze veel malen werden gemultipliceerd.
Onverzoenlijke principes
De rode draad doorheen deze hervormingen van de regering Di Rupo is dat de fiscale rechtshandhaving werd gecriminaliseerd. In het nieuwe concept van fiscale rechtshandhaving heeft de regering zich overvloedig bediend van elementen die eigenlijk in het strafrecht thuishoren en helemaal geen thuis vinden in het fiscaal recht, wat in wezen administratief recht is.
Het fundamentele probleem is dat de beleidsmakers het verschil niet hebben gevat tussen de rechtshandhaving in administratieve en die in strafrechtelijke aangelegenheden. Nochtans hebben ze eigen principes die met elkaar onverzoenlijk zijn.
Bij strafrecht geldt het zwijgrecht. In een administratieve aangelegenheid heeft de belastingplichtige een plicht tot medewerking. Zodra de belastingplichtige het risico op een strafrechtelijke vervolging loopt, moet hij een beroep kunnen doen op het meest beschermende kader: het strafrechtelijke recht op verdediging. Dat recht is in internationale verdragen verankerd. Het is ook onrechtstreeks verankerd in ons grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
Als in een administratieve procedure een belastingplichtige zich bedreigd weet met een vervolging die strafrechtelijk is, dan moet de belastingplichtige van alle rechten genieten zoals een beklaagde deze in een echte strafrechtelijke procedure heeft. Zolang beleidsmakers dat principe met voeten treden, zullen de arresten van de hoogste hoven die de wetgever terugfluiten, blijven volgen.
Stroom aan arresten
Het respecteren van de basisprincipes die de administratieve rechtshandhaving onderscheiden van de strafrechtelijke, is de kern van het probleem. Respecteert men dit niet, dan zal de stroom arresten aanhouden. Het lijstje is overigens voorspelbaar. Het visitatierecht zoals het thans wordt geïnterpreteerd, komt eveneens in dat lijstje voor.
Het moge dan ook een oproep zijn aan de nieuwe regering: overdenk het stelsel van de fiscale rechtshandhaving en maak een duidelijk en consequent onderscheid tussen de gevallen waarbij de vervolging strafrechtelijk moet zijn, en wanneer deze louter administratief kan zijn. Zo is zowel voor de burger, als voor de Belgische administratie duidelijk welke regels van toepassing zijn.
Daartoe is een globale hervorming noodzakelijk. Met het aanpassen van enkele wetten komt men er niet. Het is geweten dat de volgende regering dringend werk dient te maken van een ‘tax shift.’ Het werk dat met betrekking tot de fiscale rechtshandhaving dient te worden verricht is even fundamenteel. Het heeft als nadeel dat na het hoorngeschal van de regering Di Rupo over fraudebestrijding het ten aanzien van de publieke opinie vandaag niet meer sexy is. Maar als het werk niet wordt verricht, zal een prijs worden betaald. En dat onder de vorm van het verzanden van belangrijke fiscale dossiers in gerechtelijke procedures.
Bron :
www.express.be
De auteurs Jan Tuerlinckx en Charlotte Lardenoit zijn fiscale advocaten bij het advocatenkantoor Tuerlinckx
Geen opmerkingen:
Een reactie posten