SPREAD THE INFORMATION

Any information or special reports about various countries may be published with photos/videos on the world blog with bold legit source. All languages ​​are welcome. Mail to lucschrijvers@hotmail.com.

Search for an article in this Worldwide information blog

woensdag 1 juni 2016

Climaxi brengt brochure van Haven van Antwerpen uit

Climaxi brengt brochure van Haven van Antwerpen uit

vzw Climaxi heeft al een paar weken een nieuwe brochure uit rond de Haven van Antwerpen. Partner is dit keer de 11 maart beweging, een beweging in het Antwerpse die zich o.m. bezig houdt met acties rond de kerncentrales van Doel. De brochure gaat evenwel verder en zoekt naar mogelijkheden om de haven van Antwerpen in een sociaal en ecologisch duurzame richting te veranderen.

Petitie: Nieuw decreet sociaal cultureel werk

Nieuw decreet voor onze sector
Op vrijdag 15 april keurde de Vlaamse Regering de conceptnota over het sociaal-cultureel volwassenenwerk van Minister Gatz goed. Op 25 februari waren we allemaal uitgenodigd op een sectormoment in het Kaaitheater waar een tipje van de sluier werd opgelicht. Nog geen twee maand later is de conceptnota dus al goedgekeurd. Toch blijft het tamelijk stil in onze sector rond dit nieuwe decreet. De FOV, de belangenbehartiger van het sociaal-cultureel volwassenenwerk, doet er wel alles aan om dit proces zoveel mogelijk te beïnvloeden en zoveel mogelijk bewegingen, verenigingen en vormingsorganisaties (de huidige werksoorten) wakker te schudden. Toch blijft het breed maatschappelijk debat voorlopig uit.
De minister geeft zichzelf nu zes weken de tijd om van conceptnota naar decreettekst te gaan. Hij wil al een eerste versie van het nieuwe decreet kunnen voorleggen vóór de zomerbreak. Climaxi vindt dit wel een zeer krappe tijdslijn. In de Cultuurcommissie van het Vlaams Parlement is de discussie gestart, met ook conceptnota’s uit andere politieke hoeken: Groen, NVA, s.pa en CD&V leggen één voor één ook eigen nota’s over het thema op tafel.
Wat staat er op het spel?
De nieuwe regels voor het sociaal-cultureel volwassenwerk zijn nog vaag, maar toch zien we hier en daar al enkele nieuwe krijtlijnen.
Minister Gatz wil de huidige werksoorten (verenigingen, bewegingen en vormingsinstellingen) verlaten. Het nieuwe decreet verlaat de socio-culturele methodiek. Een moeilijke term die zegt dat er ook zoiets bestaat als een eigenheid van het sociaal-cultureel werk. Door jaren van praktijk, onderwijs en studie heeft het sociaal-cultureel werk zich ontwikkeld tot een sector die een eigenheid en verzamelde kennis opbouwde. De manier waarop men vrijwilligers aantrekt in een organisatie is bijvoorbeeld gestoeld op jaren ervaring en discussie. Binnen die aanpak is discussie mogelijk: de ene kiest voor een goed onthaal, de andere voor een doorzichtige papierwinkel en nog anderen voor uitdagende projecten. De aanpak verschilt maar er wordt over nagedacht, er is praktijk rond én er zijn studierichtingen. Deze aanpak vertrekt van begrippen als collectief leren vanuit de praktijk en komt tot unieke resultaten die anders zijn dan bijvoorbeeld het omgaan met leren in de private beroepssector.
De sociaal-culturele methodiek wordt ingewisseld voor ‘functies’. Organisaties kunnen zelf kiezen welke functies ze willen opnemen. Het gaat hierbij om de vier functies die ook in het huidig decreet staan, maar dan in een nieuw kleedje: leerfunctie, gemeenschapsvormende functie, cultuurfunctie en maatschappelijke bewegingsfunctie. Bedoeling van de minister is om meer flexibiliteit te creëren en grenzen tussen de verschillende werksoorten te vervagen. De vraag die we ons hierbij stellen is of dit niet in het voordeel zal spelen van grote organisaties die vaak al meerdere functies combineren? En door het uitgommen van de werksoorten werk je misschien ook de afvlakking van de sector in de hand? Een sector die momenteel zeer divers en kleurrijk is, en dat graag ook zou blijven.
Het nieuwe decreet zegt ook dat men, net zoals in de kunstensector, geen vzw meer zal moeten zijn om in aanmerking te komen voor subsidies. De minister vindt dat ook andere economische structuren (coöperatieven, bedrijven etc...) in de sector een plaats moeten hebben. De centen moeten wel voor de volle 100 % gebruikt worden voor het socio-cultureel werk. Zo kan de sector zich beter ontwikkelen, zegt hij. In de kunstensector heeft men gezien tot wat dit kan leiden. Ook managementbureaus komen er nu aan de bak en kregen zelfs een aparte oproep om subsidieaanvragen in te dienen. Moeten kunsten of sociaal-cultureel werk volgens bedrijfsprincipes geleid worden?  Wat dit precies als resultaat geeft zullen we pas in de loop van dit jaar kennen. Krijgen we binnenkort ook stichtingen van firma's die mee in de pot komen graaien? Hebben die geen geld genoeg om hun kosten zelf te betalen en brengen ze die sowieso al niet in mindering van hun belastingen?
Een ander heikel punt is het feit dat de minister sociaal-cultureel volwassenenwerk vooral situeert in de vrije tijd van mensen, dat wil zeggen buiten het werk of opleiding. “Het nieuw beleidskader gaat ervan uit dat het sociaal-cultureel volwassenenwerk zich grotendeels situeert in de vrije tijd van mensen, met name in de tijd die burgers niet hoeven te besteden aan verplichte of noodzakelijke activiteiten zoals (huishoudelijk) werk (arbeidstijd) en studie (leerplichttijd).” Vele organisaties zijn nochtans heel actief in dat veld en trekken regelmatig naar hogescholen, vakbonden, verenigingen, ambtenaren, lokale besturen,… Dit werk valt voor de minister dus grotendeels buiten het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Wij vragen ons af hoe organisaties daar concreet mee moeten omgaan. We dagen de minister uit om een duidelijk antwoord te bieden op wat vrije tijd precies inhoudt, zeker in een maatschappij waar steeds meer flexibiliteit van werknemers verwacht wordt. Bovendien vinden we dit een verenging van wat sociaal-cultureel werk is en zien we dit als een stap achteruit.
Minister Gatz wil ook werk maken van een snellere in- en uitstroom. Hij lanceert hierbij de mogelijkheid om een startsubsidie te geven aan beginnende organisaties. Dit vinden we zeker een stap in de goede richting. Op die manier kunnen ‘jonge’ en kleinere spelers toch al rekenen op enige ondersteuning. Gatz wil ook de uitstroom versnellen. Concreet zou dit betekenen dat als er tijdens de visitatie ernstige tekortkomingen worden vastgesteld, dat er een remediëringsperiode wordt opgezet. Na deze periode kan de organisatie de subsidie of behouden of kwijt spelen. Deze periode ligt volgens de conceptnota op maximum twee jaar. Bewegingen hebben jaren gevochten voor een beetje continuïteit en toekomstkansen. Sinds 2008 werden pogingen ondernomen om dat op de agenda te zetten. Uiteindelijk resulteerde dat in 2012 in een decreetswijziging waarbij men bewegingen niet alleen subsidieerde maar ook officieel erkende. Dat hield ondermeer in dat de subsidie slechts geleidelijk kon zakken na elke vijfjarige periode. Pas sinds 2012 is men dus zeker dat men minder centen krijgt na een mindere periode maar niet aan de deur gezet wordt. Deze moeizaam verworven regeling staat nu dus opnieuw op de helling. Dit betekent ook dat de werkzekerheid voor het personeel in de sector terug een klap krijgt.
Andere tijden, andere decreten
De minister wil dit nieuwe decreet laten samenlopen met een nieuw participatiedecreet. Maar hoe dit precies in zijn werk zal gaan, is nog zeer onduidelijk. Wellicht komt er een soort van ‘bonuspunten’ voor werken met kansengroepen. Mogelijks komt er ook een regionaal cultuurdecreet waar de middelen van provincies in terecht komen in de vorm van projectsubsidies. In de conceptnota staat hierover het volgende: “Andere facetten van het regionaal sociaal-cultuurbeleid zullen vervat worden in een nog te ontwikkelen aparte decretale regeling. Deze kan tot stand komen nadat de hervorming van de provincies decretaal is verankerd.”
Ook voor de beoordelingstechnieken en subsidies werd gekeken naar het Kunstendecreet.  Organisaties moeten ook daar een inhoudelijk én zakelijk plan indienen en ze worden beoordeeld  aan de hand van een waardeschaal: “De werking van de organisatie wordt beoordeeld als ‘zeer goed’, ‘goed’, ‘voldoende’, ‘nipt onvoldoende’ of ‘volstrekt onvoldoende’. Het inhoudelijk en het zakelijk advies zijn verweven met elkaar aangezien deze door dezelfde beoordelingscommissie, bestaande uit externe deskundigen en deskundigen van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, worden behandeld.
Gemiste kansen
De FOV bezorgde de minister in juli 2015 Richtingsaanwijzers voor een nieuw decreet. Daarin werden suggesties gedaan om meer intergenerationeel en intersectoraal te gaan werken. Helaas werd dit niet opgepikt. Ook het internationale luik, toch wel belangrijk voor onze sector in het algemeen, wordt tot nu niet gevalideerd in het nieuwe decreet.
Wij vragen de minister dan ook om de discussie met de sector ten gronde aan te gaan én het decreet niet per sé voor de zomer door het parlement te sluizen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten