50 jaar opstand van Stonewall: verzet van holebi's tegen politie-inval groeit uit tot Gay Prides
Vandaag is het precies een halve eeuw geleden dat in Amerika de kiem werd gezaaid voor de wereldwijde Gay Pride-marsen. In de wereld van nu lijken gelijke rechten voor homo's, lesbiennes, biseksuelen, transgenders en "queers" lang niet meer zo omstreden. Maar daar ging een zeer lange strijd aan vooraf. Het begon allemaal in de Stonewall Inn in Manhattan, New York, schrijft onze man in Amerika, Björn Soenens.
De Stonewall Inn in Christopher Street werd een homobar in maart 1967. Het was een ware vluchtheuvel voor de onvrijheid op straat voor LGBT-mensen. Zoals de meeste homobars uit die tijd werd de Stonewall Inn gerund door de maffia. Het was een private bottle club. De flessen drank achter de bar behoorden zogezegd toe aan de clubleden (alleen voor de show).
De maffia betaalde smeergeld aan de lokale politieagenten om hun cafés of bars met rust te laten. Intussen persten de maffia ook de rijkere klanten van hun homobars af. Ze moesten geld ophoesten of anders zou de maffia aan de hele wereld vertellen dat ze homo waren.
Op 24 juni 1969 viel de politie binnen in de Stonewall Inn. Een paar personeelsleden werden gearresteerd. Politie-inspecteur Seymour Pine had de inval voorbereid. Hij wilde op vrijdag 27 juni nog een keer binnenvallen. Die avond waren zo'n 200 mensen in de Stonewall Inn aanwezig. Het was een zwoele zomeravond en er werd veel gedanst.
Inval in de Stonewall Inn, juni 1969
Om 1.20 uur 's nachts beukte de politie op de deur. "Politie! Iedereen naar buiten!" Identiteitscontroles volgden. Zulke invallen gebeurden wel vaker. Na de routinecontroles werd iedereen meestal snel op vrije voeten gesteld en ging men rustig naar huis. Maar niét die nacht.
Iedereen bleef hangen rond de Stonewall Inn en de massa groeide al snel aan tot een paar honderd. Vooral de drag queens deden erg lastig. Ze verzetten zich woest tegen hun arrestatie. Je verkleden in kledij van het andere geslacht was toen overigens bij wet verboden. Vooral de mannen in vrouwenkleren vochten terug tegen de politie.
Vooral de drag queens in de Stonewall Inn werden door de politie geviseerd
Een inval groeit uit tot een opstand
De menigte in Christopher Street groeide nog verder aan en de mensen werden steeds bozer. Een paar lesbische vrouwen kregen klappen van de politie. Ze werden ruw betast. De politie gedroeg zich vrij brutaal en dat schokte de toeschouwers.
Een woede die zich al jaren verborgen hield, die jarenlang opgekropt was, barstte die nacht uit. Het was tijd om terug te vechten. De opstand van Stonewall was begonnen.
Stenen en flessen werden naar de politie gegooid. Er werden vuurtjes gestookt. Vuilnisbakken werden in brand gestoken. Sylvia Rivera was een Latina transgender en een van de eersten die de politie bekogelden met flessen. Intussen bleef de menigte demonstranten maar aanzwellen.
Ze waren nu al met meer dan 2.000 uit alle omringende straten in The Village. De politie van haar kant gebruikte tuinslangen om de menigte met water uiteen te drijven. Het leek wel oorlog in en rond de Stonewall Inn en Christopher Street. Transgenders begonnen in koor te zingen “We are The Village Girls, we wear our hair in curls”.
Inval van de New Yorkse politie in de Stonewall Inn, juni 1969
Pas tegen vier uur in de ochtend begon de rust stilaan terug te keren. Verbazingwekkend genoeg waren er geen doden gevallen en werden er uiteindelijk maar 13 mensen door de politie opgepakt. De protesterende menigte was uitzinnig en blij.
Met succes was weerstand geboden tegen de politiemacht. Het was een bonte coalitie van zwart en wit en bruin. Homo's, lesbiennes, biseksuelen en transgenders. “We became a people. We were brothers and sisters", werd er overal gescandeerd.
Van de Stonewall Inn bleef na die nacht niet veel meer over. Er was gigantisch veel schade door de rellen. De politie had de flessen achter de bar aan diggelen geslagen, de jukebox vernield en de sigarettenautomaten met honkbalknuppels verwoest.
Jarenlang opgekropte woede barstte uit na de inval in de Stonewall Inn
De geboorte van een jaarlijkse
protestmars
En toch ging de Stonewall Inn nog geen halve dag later gewoon weer open. De klanten keerden terug, net als de politie. Maar ook het protest keerde terug. Weer waren er rellen tot twee, drie uur in de nacht.
Craig Rodwell, de eigenaar van de eerste gay-boekenwinkel in New York, kreeg dáár het idee voor een jaarlijkse protestmars, telkens op de verjaardag van de opstand van Stonewall. Eén maand na de rellen kwamen meer dan 500 demonstranten samen in Washington Square Park, in The Village. Tot dan toe was het de grootste demonstratie van de LGBT-gemeenschap in de Amerikaanse geschiedenis.
De Christopher Street Gay Liberation Day-mars was gepland voor 28 juni 1970, precies één jaar na de opstand van Stonewall. Die dag stroomden duizenden demonstranten samen. Vijftien straatblokken ver stonden rijen mensen samengepakt.
Het was een keerpunt. Sindsdien wordt de mars elk jaar gehouden. In 2016 bevonden er zich twee miljoen mensen in de straten van Manhattan voor de New York City Pride March.
De bekende regenboogvlag, symbool voor LGBTQ+-rechten
Welke weg is er al afgelegd?
We beseffen het nu niet meer, maar in de jaren 50 van de vorige eeuw konden homo's al worden opgepakt door de politie, gewoon door in het openbaar elkaars hand vast te houden. Kranten in die tijd publiceerden de foto's van homo's en lesbiennes - met naam en toenaam - die door de politie waren opgepakt.
Homo's mochten niet in het leger dienen, en tot in 1975 mochten ze ook geen baan bij de overheid hebben. De meeste holebi's leefden dus diep verscholen in de kast. Vaak waren ze ook getrouwd met iemand van het andere geslacht om de schijn op te houden.
Lange tijd beweerden dokters in de VS dat homoseksualiteit een geestesziekte was, en dat je ervan kon genezen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten