8. Waarom weigert het Westen het vermeende gebruik van chemische wapens door Turkije te onderzoeken?
"Indien het internationale recht nog iets betekent, moeten vermoedelijke misdrijven worden onderzocht, ongeacht wie de vermeende daders zijn.
In dat verband is de beslissing van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW), om het vermeende gebruik van witte fosfor door Turkije in haar strijd tegen Koerdische troepen in Syrië niet te onderzoeken, diep verontrustend.
De krant Times of Londen rapporteerde vorige maand hoe een arts tussen 15 en 20 mogelijke slachtoffers van door witte fosfor veroorzaakte brandwonden had geïdentificeerd in een ziekenhuis in het noorden van Syrië.
Witte fosfor wordt gebruikt voor brandbommen, rookbommen en doelwitmarkering. Het brandt bij contact huid en vlees weg, een effect vergelijkbaar met dat van napalm.
De OPCW, die eerder had gezegd dat het bewijsmateriaal verzamelde omtrent mogelijk gebruik van witte fosfor, verdedigt haar beslissing nu met het excuus dat witte fosfor geen verboden chemische stof is. Maar dit is niet juist.
Witte fosfor is verboden verklaard tijdens de Conventie van Genève en de inzet ervan op burgerdoelen geldt als oorlogsmisdaad. Als Turkije of zijn bondgenoten het op die manier gebruikt zouden hebben, is wel degelijk sprake van een oorlogsmisdaad.
Vermoed wordt dat de terughoudendheid van de OPCW de westerse aarzeling weerspiegelt om een NAVO-lid in verlegenheid te brengen in een tijd waarin de betrekkingen met Turkije al gespannen zijn.
Maar indien het Westen niet reageert, zoals het dat in 2013 evenmin deed toen het Syrische regime chemische wapens tegen het eigen volk gebruikte, zal het respect voor het internationale recht verder worden uitgehold. Dat garandeert enkel dat dergelijke wapens in toekomstige conflicten ongestraft zullen worden ingezet."
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten