Dag lezer,
Hoe luid is uw leven? Het is een vraag waar de wetenschapsredactie van De Morgen zich twee jaar in verdiepte, samen met onderzoekers van de Universiteit Antwerpen en het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Het antwoord: uw leven is luid. Zeker als u in de stad woont.
Veel inwoners van Antwerpen, Gent en Leuven, waar het onderzoek zich concentreerde, leven in de permanente dreun van alomtegenwoordig wegverkeer en maar liefst acht op de tien van de ruim tienduizend Vlamingen die onze ‘grote geluidsbevraging’ beantwoordden voelen zich gehinderd door lawaai. Niet verrassend werkt vooral het geraas, getoeter en geronk van auto’s, vrachtwagens en ander wegverkeer op de zenuwen. In die mate zelfs dat we er meer stress door krijgen en er slechter door slapen.
Maar die globale conclusie die uit het onderzoek van De Oorzaak rolt – Vlaanderen klinkt loeihard door verkeerslawaai en dat irriteert en stresseert op grote schaal – is bedrieglijk eenvoudig. Want decibels blijken lastig te vatten. Het zijn geen fysieke deeltjes die je kan verzamelen en die zich in ons lichaam nestelen, zoals fijnstof, PFAS of microplastics. En hoewel het al niet evident is om de exacte impact te bepalen van stoffen uit onze omgeving op ons lichaam, is dat voor decibels nog veel ingewikkelder.
Dat komt doordat wij geluid ook subjectief ervaren en beleven, wat bij fijnstof, PFAS of microplastics natuurlijk niet het geval is. Het geblaf van de hond van die leuke buurman zal ons veel minder opfokken dan het gekef van de teckel van die norse buurvrouw. Wie dol is op het swingende stadsleven zal de decibels van cafés, trams en buren omarmen als ‘levendig’, terwijl wie om wat voor reden dan ook een afkeer voelt van de grootstad horendol wordt van de minste ‘verstoring van de rust’.
Nog fascinerender – en complexer – wordt het als je beseft dat de mate waarin je je bewust ergert aan bepaalde decibels en je verwachtingen over omgevingsgeluid voor een stuk bepalen hoe stresserend en dus ongezond ze voor je zijn.
Neem een buur die een halfuurtje met de bladblazer in de weer is. Voor wie prompt moordplannen verzint of denkt weldra zelf te zullen sterven door zoveel auditief geweld, zullen de negatieve fysieke gevolgen van die decibels groter zijn dan voor wie het oorverdovende geronk amper opmerkt omdat hij of zij gewend geraakt is aan dat halfuurtje kabaal op zondagmiddag.
Wie in een drukke stadsstraat in zijn of haar droomappartement gaat wonen, zal veel minder gehinderd en daardoor gestresseerd raken door het verkeersgeluid dan wie in datzelfde appartement gaat wonen omdat een huis met tuin te duur bleek.
De impact die decibels op ons hebben meten is ook moeilijk omdat de ene decibel de andere niet is: 70 decibel aan natuurgeluiden, zoals zeegolven die tegen de kust slaan, zullen veel mensen ontspannen, terwijl hetzelfde geluidsniveau aan verkeersgeluiden letterlijk en figuurlijk op de zenuwen werkt.
Taaie materie
Het maakt omgevingsgeluid tot een perfect voorbeeld van hoe nauw wij verbonden zijn met onze omgeving en hoe die band in twee richtingen werkt. En het zorgt ervoor dat lawaai taaie materie is voor onderzoekers en beleidsmakers. Lawaai blijkt niet zomaar iets wat ons wordt ‘aangedaan’ of overkomt met bij iedereen dezelfde impact. Daarom merken steden en gemeenten dat er niet alleen een technische maar ook een psychologische grens is aan hoezeer zij geluidshinder voor iedereen kunnen verminderen.
Grote ingrepen die veel decibels wegnemen, verminderen de hinder soms nauwelijks, omdat sommige omwonenden absolute stilte hadden verwacht. En op luidruchtige plekken in de stad leven er soms mensen die daar helemaal geen last van hebben.
Maar die subjectieve kant van geluid zorgt er ook voor dat het niet altijd iets is wat je alleen maar passief moet ondergaan. “Beleidsmakers zouden duidelijk moeten maken wat ze wel en niet kunnen oplossen”, zegt professor audiologie Laure Jacquemin (Universiteit Antwerpen/UZA). “Burgers zullen dan beter begrijpen dat het niet zo evident is om geluidshinder aan te pakken en dat ze er misschien zelf ook iets aan kunnen doen. Je kan nagaan of je aan de achterkant van je huis kan slapen, of dat de hinder die je ervaart mogelijk te maken heeft met andere stressfactoren of met verwachtingen over en relaties met de geluidsbron.”
Niet overdrijven
Nog een les die wij meenemen uit De Oorzaak is het advies om de stilte op te zoeken, maar te beseffen dat ‘de stilte’ niet hetzelfde is als volledige afwezigheid van ieder geluid en dat overdrijven een slecht idee is.
Onze wereld is vandaag op meerdere manieren luid en overweldigend. Van ronkend verkeer, getater in het landschapskantoor en hippe restaurants met gruwelijke akoestiek tot de onophoudelijke stroom aan (nieuws)berichten, oproepen, commentaren en posts die allemaal even dringend en belangrijk lijken.
Neurowetenschappers zoals Joseph Jebelli, auteur van Rust in je hoofd en Michel Le Van Quyen, die Wat stilte met je hersenen doet schreef, leggen uit hoe onze hersenen nood hebben aan voldoende en verschillende soorten stilte, zowel in auditieve zin als ‘cognitieve’ stilte of rust voor je brein.
Ook als het enkel over decibelniveaus gaat, besluiten de onderzoekers van De Oorzaak dat onze omgeving luid is en dat lawaai in de stad beter ingetoomd zou moeten worden.
Tegelijkertijd waarschuwt Jacquemin ervoor om dan maar de hele tijd naar de noisecancelling-headset te grijpen. “Onze hersenen hebben geluid nodig. Als je ze de hele tijd afschermt voor omgevingsgeluid, kun je net gevoeliger worden”, zegt ze. Zij en haar collega’s zien sinds de opkomst van de geluidswerende koptelefoons steeds meer mensen die aankloppen omdat ze nauwelijks nog geluid kunnen verdragen.
Wat we vooral nodig hebben, leggen de onderzoekers uit, is balans. Een evenwicht tussen druk en luid en stil en kalm. Tussen voldoende gehoorbescherming tijdens concerten en voldoende blootstelling aan gewone, dagelijkse geluiden. En dat is natuurlijk het moeilijkste: een evenwicht vinden, ook als het gaat over al die andere vormen van ‘lawaai en drukte’ in onze levens. Radicaal alles weren of je maximaal laten opslorpen en overspoelen door decibels en informatie is makkelijker dan een balans zoeken die past bij jouw noden, lichaam en geest.
Natuur opsnuiven
Wat alvast een eerste stap kan zijn in die zoektocht, is regelmatig wat natuur opsnuiven. De stapel onderzoeken en studies die keer op keer aantonen hoe dat onze ‘systemen’ weer in evenwicht brengt, wordt steeds groter. In de natuur is het niet stil, maar een grote meerderheid van de mensen waardeert die geluiden enorm, zo toont De Oorzaak. Dat de geluiden van zingende vogels, ruisende blaadjes en kabbelende beekjes ons op diepe, fysieke en neurologische niveaus veel deugd doen, heeft daar wellicht iets mee te maken.
Voor stedelingen die weinig natuur in hun omgeving hebben, zet Vlaanderen in op ‘luwte-oases’: kleine, vaak wat vergeten lapjes publieke ruimte die met een paar groene ingrepen een streling voor het oor en al onze andere zintuigen worden.
Opnieuw blijkt daar dat radicale, grote ingrepen niet per se nodig zijn om een groot verschil te maken. Niet iedereen kan of hoeft zich lange tijd terug te trekken in een klooster, op een bergtop of in een stiltegebied om de drukke wereld het hoofd te bieden. Af en toe een pauze in een kleine oase naar keuze blijkt een haalbaarder en dus meer aangewezen recept.
Rustgevende groeten,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten