Goeienavond beste lezer, “Soldaten maken oorlog, oorlog is hun brood. Ze sterven voor de oorlog, ze leven voor de dood”: het is een fragment uit het liedje ‘Voor de dood‘ van Aroma di Amore en het vat treffend het noodlot van een soldaat. De dood is tegelijk zijn mede- en tegenstander. Het is doden of gedood worden. Wie aanvalt, zal zich moeten verdedigen, wie zich verdedigt, moet ook aanvallen. Maar wat als je niet aan dat nililistische spel wil meedoen? Toen de dienstplicht in ons land nog bestond, kon je die plicht weigeren en werd je een ‘gewetensbezwaarde‘. Dat klinkt archaïsch en edel tegelijk, want het maakt duidelijk dat je luistert naar je geweten. De prijs die je ervoor moest betalen, was dat je een vervangende burgerdienst deed die anderhalf tot twee keer zo lang duurde dan de legerdienst. Een schoon geweten heeft zijn prijs. Die betaalt nu ook een Israëlische jongen van achttien die zijn legerdienst niet wil vervullen. U leest er hieronder meer over. Hij is geen gewetensbezwaarde meer, maar een dienstweigeraar, wat veel negatiever klinkt. Net als zijn lot: een gevangenisstraf. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten