Facebook is een monstermachine met een onwaarschijnlijk energieverbruik. Onder leiding van energieverantwoordelijk Bill Weihl probeert het sociale netwerk nu een groene transformatie te realiseren.
Hoe groot het energieverbruik van Facebook is, blijft een goed bewaard geheim. Wat we wel weten is dat de grote datacentra die het internetverkeer regelen vandaag zo'n 1,3% van de globale energieconsumptie voor hun rekening nemen. Maar wie 250 miljoen foto-uploads per dag en nog eens 2 miljoen 'likes' en comments per minuut verwerkt,kan niet anders dan een gigantische claim op energie leggen. Het bedrijf opende in april vorig jaar een eerste datacentrum in het Amerikaanse Oregon. Dat centrum heeft een capaciteit van 28 megawatt en draait op steenkool. Ter vergelijking: dat is ongeveer evenveel als het verbruik van de 26.000 inwoners van het nabijgelegen Crook County.
Volgens Facebook is het centrum een voorbeeld van energie-efficiëntie, maar Greenpeace deelde die mening allerminst. Vooral de oorsprong van de energie viel in slechte aarde bij de NGO, die gelijk een “Unfriend Coal”-campagne opstartte, die niet minder dan 181.000 “likes” genereerde op Facebook zelf.
Slechte reclame die Facebook kan missen als kiespijn. Net daarom werd Bill Weihl aangesteld als energietopman. Deze computerwetenschapper, door Time Magazine beschouwd als een “milieuheld”, werkte tot begin dit jaar nog voor Google en is nu aan de slag bij Facebook, waar zijn titel ‘Manager voor Energie-Efficiëntie en Duurzaamheid’ luidt. Hij zal de expansie van het eerste datacentrum in Oregon en de bouw van twee nieuwe centra in North Carolina en Zweden overzien, met het oog op de transformatie naar een “groener” model.
Facebook is voorlopig nog grotendeels afhankelijk van het Amerikaans energienetwerk. Weihl wil het energieverbruik van het bedrijf echter groener, goedkoper en schoner maken dan dat van de concurrentie, niet enkel als gevolg van de Greenpeace-campagne, maar ook om verder commercieel succes te bewerkstelligen.
Volgens Weihl is het energieprobleem fundamenteel een CO2-probleem. Facebook zal de veranderingen in haar eigen datacentra als voorbeeld opwerpen voor de rest van het land. Het design van de centra is dan ook helemaal open source. Weihl hoopt zo een steentje bij te dragen richting een internationale samenwerking om het globale energieprobleem op te lossen.
De volgende maanden zal Weihl proberen om het Facebook-platform te gebruiken om energie-efficiëntie, recyclage en andere duurzaame initiatieven naar de 850 miljoen gebruikers toe te promoten. De recente Facebook applicatie Opower, die je energieverbruik analyseert en dan vergelijkt met die van je buren, is daar een eerste voorbeeld van.
Hoe groot het energieverbruik van Facebook is, blijft een goed bewaard geheim. Wat we wel weten is dat de grote datacentra die het internetverkeer regelen vandaag zo'n 1,3% van de globale energieconsumptie voor hun rekening nemen. Maar wie 250 miljoen foto-uploads per dag en nog eens 2 miljoen 'likes' en comments per minuut verwerkt,kan niet anders dan een gigantische claim op energie leggen. Het bedrijf opende in april vorig jaar een eerste datacentrum in het Amerikaanse Oregon. Dat centrum heeft een capaciteit van 28 megawatt en draait op steenkool. Ter vergelijking: dat is ongeveer evenveel als het verbruik van de 26.000 inwoners van het nabijgelegen Crook County.
Volgens Facebook is het centrum een voorbeeld van energie-efficiëntie, maar Greenpeace deelde die mening allerminst. Vooral de oorsprong van de energie viel in slechte aarde bij de NGO, die gelijk een “Unfriend Coal”-campagne opstartte, die niet minder dan 181.000 “likes” genereerde op Facebook zelf.
Slechte reclame die Facebook kan missen als kiespijn. Net daarom werd Bill Weihl aangesteld als energietopman. Deze computerwetenschapper, door Time Magazine beschouwd als een “milieuheld”, werkte tot begin dit jaar nog voor Google en is nu aan de slag bij Facebook, waar zijn titel ‘Manager voor Energie-Efficiëntie en Duurzaamheid’ luidt. Hij zal de expansie van het eerste datacentrum in Oregon en de bouw van twee nieuwe centra in North Carolina en Zweden overzien, met het oog op de transformatie naar een “groener” model.
Facebook is voorlopig nog grotendeels afhankelijk van het Amerikaans energienetwerk. Weihl wil het energieverbruik van het bedrijf echter groener, goedkoper en schoner maken dan dat van de concurrentie, niet enkel als gevolg van de Greenpeace-campagne, maar ook om verder commercieel succes te bewerkstelligen.
Volgens Weihl is het energieprobleem fundamenteel een CO2-probleem. Facebook zal de veranderingen in haar eigen datacentra als voorbeeld opwerpen voor de rest van het land. Het design van de centra is dan ook helemaal open source. Weihl hoopt zo een steentje bij te dragen richting een internationale samenwerking om het globale energieprobleem op te lossen.
De volgende maanden zal Weihl proberen om het Facebook-platform te gebruiken om energie-efficiëntie, recyclage en andere duurzaame initiatieven naar de 850 miljoen gebruikers toe te promoten. De recente Facebook applicatie Opower, die je energieverbruik analyseert en dan vergelijkt met die van je buren, is daar een eerste voorbeeld van.
Bron : Express.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten