PERSBERICHT Belgische rapportering over inzet tegen IS nog altijd ondermaats

Belgische rapportering over inzet tegen IS nog altijd ondermaats    De Belgische militaire campagne in Irak en Syrië is na die van Jordanië en buurland Nederland het minst transparant. Door het gebrek aan publieke informatie over de Belgische bombardementen, is het nog steeds onmogelijk uit te maken of de Belgische luchtmacht verantwoordelijk is voor de dood van burgers in Irak en Syrië. Dat blijkt uit een recent rapport door onderzoekscollectief Airwars. De monitoringgroep organiseerde vandaag een Belgische lancering van het rapport ‘Limited Accountability’ bij de NGO koepelorganisatie 11.11.11. Kamerleden Alain Top (SP.A) en Benoît Hellings (Ecolo-Groen) waren daarbij aanwezig en spraken hun zorgen uit over de zeer gebrekkige rapportering door Defensie. Ook het Belgisch maatschappelijk middenveld en media waren vertegenwoordigd. Het onderzoek door Airwars analyseerde de methoden die de Coalitie gebruikt om zogenaamde  ‘nevenschade’ te evalueren. Daaruit kwam naar voren dat alle Coalitieleden systematische gebreken kennen als het gaat om de evaluatie van mogelijke burgerdoden. Het evaluatieproces is binnen de gehele Coalitie als ondoorzichtig en ad hoc bevonden, en gemeenschappelijke regels of procedures bestaan niet. Behalve de VS heeft geen van de coalitieleden toegegeven burgers te hebben gedood in de meer dan twee jaar die de oorlog inmiddels duurt. In een tweede deel ging het rapport specifiek in op de transparantie en verantwoording van elk individueel coalitielid, waarbij grote onderlinge verschillen werden gevonden. België staat vrijwel onderaan in de transparantietabel, alleen Jordanië en Nederland doen het nog slechter. Saoedi-Arabië en Turkije geven bijvoorbeeld meer informatie dan België over de militaire acties in Syrië en Irak. Defensieminister Steven Vandeput (N-VA) houdt vol dat er geen enkel burgerslachtoffer is gevallen in Belgische acties. Deze verrassende uitspraak kan echter niet worden getoetst door onderzoeksgroepen als Airwars, doordat van geen van de Belgische aanvallen de locatie of datum bekend is. Het zou ongekend zijn als in een intensieve luchtoorlog als de huidige slechts 199 (toegegeven door de VS) burgerslachtoffers zijn vallen. Uit recente statistieken uit vergelijkbare luchtoorlogen, in bijvoorbeeld Afghanistan, blijkt namelijk dat gemiddeld één burger sterft voor elke tien internationale luchtaanvallen. Naar schatting heeft België al minstens 161 aanvallen uitgevoerd tot eind september 2016, waarvan een groot deel rondom Mosoel, recentelijk een ware hotspot van burgerdoden. Airwars heeft het Ministerie herhaaldelijk opgeroepen om de rapportering te verbeteren naar het voorbeeld van landen als Canada, de VS en het VK. Ook het Belgisch maatschappelijk middenveld en verschillende Kamerleden hebben hier al vele malen om gevraagd. Defensie zegt echter dat het niet van plan is meer informatie te verstrekken, mede omdat de Belgische bevolking geen behoefte zou hebben om meer te weten over de oorlog die het land voert. Een aanname die, gezien de belangstelling voor de rapportlancering vandaag, wel eens incorrect zou kunnen blijken.   FOTO: Defensie Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Eline Westra (Amsterdam office) - elinewestra@airwars.org